Agia Anna strand

De kleine baai aan het strand van Agia Anna, Naxos.

Op de rotsen ........

Contact Info
an image
Contact
Irene Droppert
Nederlands - Grieks
Vlaardingen-Nederland

1. Wat jammer dat Jan ziek is. - Τι κρίμα ότι είναι , ο Γιάννης.

2. Hij heeft een verkoudheid en blijft thuis. - Έχει και μένει στο σπίτι.

3. We gaan meer leren over de werkwοorden. - Θα μαθαίνουμε για τα ρήματα.

4. Waar woont jouw dokter? - Όπου ζει ο σου.

5. We weten niet waar onze lerares woont. - Δεν ξέρουμε μένει τη δασκάλα μας.

6. We hebben twaalf leerlingen in onze klas. - Έχουμε μαθητές στην τάξη μας.

7. Hij heeft geen school vandaag. - Δεν έχει σχολείο .

8. Haar familie woont in dezelfde stad. - Η οικογένειά της ζει στην πόλη.

9. We leren de griekse werkwoorden. - Μαθαίνουμε τα ρήματα.

10. Ik ken je naam niet. - Δεν το όνομά σου.

11. Je kunt wakker blijven. - Μπορείς να ξύπνιο.

12. Hun kinderen kennen Grieks. - τα παιδιά ξέρουν Ελληνικά.

13. In de komende maanden gaan we veel doen. - Κατά τις επόμενες θα κάνουμε πολύ.

14. Wat hij zegt is de waarheid. - Τι λέει είναι την .

15. We gaan nu, de les begint. - Πάμε , αρχίζει το μάθημα.

16. Blijf je hier vandaag? - Μένεις σήμερα?

Zelfstandige naamwoorden, bijvoegelijke naamwoorden, bijwoorden, voegwoorden, voorzetsels, werkwoorden, etc.:
αλήθεια (η) waarheid
άρρωστος, -η, -ο (bijv.nw.) ziek
αρχίζω beginnen, starten
γιατρός (ο) docter, arts
εδώ (bijw.) hier
Ελληνικά (τα) Grieks (taal)
επόμενος, -η, -ο (bijv.nw.) volgende
έχω hebben
ίδιος, -α, -ο (bijv.nw.) zelf, gelijk
ζω leven, wonen
κατά (voorz.) naar, naar....toe, gedurende
κρίμα (το) zonde
κρύωμα (το) koudje
μαθαίνω leren, onderwijzen, begrijpen
μαθητής (ο) leerling
μένω wonen, leven, achterblijven
μήνας (ο) maand
μπορώ kunnen, mogen
ξέρω weten
ξύπνιος, -α, -ο (bijv.nw.) wakker
όπου (bijw.) waar
παιδί (το) kind
πόλη (η) stad
πολύ (bijw.) erg, veel
ρήμα (το) werkwoord
σε (prep.) in, erin, bij, op, naar
σήμερα (bijw.) vandaag
σπίτι (το) huis
σχολείο (το) school
τώρα (bijw.) nu