Op Leren.nl vind je online cursussen en links naar duizenden kennisbronnen over allerlei onderwerpen.

Wat wil jij leren?
Naxos Stad (Chora)

Chora heeft een web van stijle, smalle straatjes met winkels, restaurants en gallerijen met kunst en sierraden.

In Chora zijn ook vele kerken.

an image

Irene Droppert
Nederlands - Modern Grieks
Vlaardingen-Nederland

Naxos Stad (Chora)

Een boot op het strand van de kleine haven in Agia Anna.

Paadje naar de baai in Agia Anna.

Hier volgt een schema met een samenvatting van de uitgangen van de mannelijke zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud en meervoud:
uit-
gang
enkelvoud meervoud voorbeeld
1ste
nv
2de
nv
4de
nv
5de
nv
1ste
nv
2de
nv
4de
nv
5de
nv
ος ός ού ό έ οί ών ούς οί ουρανός *
ός ού ό έ - - - - γνωστικισμός
'ος 'ου 'ο 'οι 'ων 'ους 'οι φόβος
'ος 'ου 'ο - - - - Πόρος
'ος 'ους 'ος 'ος - - - - εύρος
'ος 'ου 'ο 'ο - - - - Αλέκος
'-ος '-ου '-ο '-ε '-οι '-ων '-ους '-οι καλόγερος
'-ος '-ου '-ο '-ε - - - - κορίανδρος
- - - - '-οι '-ων '-ους '-οι Άγγλοι
'-ος 'ου '-ο' '-ε '-οι 'ων 'ους '-οι δάσκαλος
'-ος 'ου '-ο '-ε - - - - Φεβρουάριος
'-ος '-ου/'ου / '-ο '-ε '-οι '-ων/'ων '-ους/'ους '-οι σιδηρόδρομος
'-ος '-ου/'ου '-ο '-ε - - - - ζέφυρος
'-ος '-ου/'ου '-ο '-ε '-οι '-ων/ών '-ους/'ους '-οι παλιάνθρωπος
- - - - '-οι '-ων/'ων '-ους/'ους '-οι Πράσινοι
ας 'ας 'ες 'ων 'ες 'ες αγώνας
'ας 'ες ών 'ες 'ες μήνας
'ας - - - - Μορφέας
'-ας '-α '-α '-α '-ες '-ων '-ες '-ες αντίχειρας
'-ας '-α '-α '-α '-ες 'ων '-ες '-ες πίνακας
'-ας '-α '-α '-α '-ες - '-ες '-ες κάβουρας
'-ας '-α '-α '-α - - - - αγλέορας
άς ά ά ά άδες άδων άδες άδες γαλατάς
άς ά ά ά - - - - βορράς
'ας άδες άδων άδες άδες ρήγας
'-ας '-α '-α '-α άδες άδων άδες άδες μέρμηγκας
'ας 'ηδες 'ηδων 'ηδες 'ηδες αέρας
εας
ιας
έας έα/έως έα έα είς έων είς είς αποστολέας
'ιας 'ια 'ια 'ια 'ηδες 'ηδων 'ηδες 'ηδες πρεζάκιας
ης ής ή ή ή ές ών ές ές θαυμαστής
ής ή ή ή - - - - Ερμής
'ης 'ες ών 'ες 'ες αγρότης
'ης 'ες/άδες ών/άδων 'ες/άδες 'ες/άδες ράφτης
'ης 'ες/'ηδες ών/'ηδων 'ες/'ηδες 'ες/'ηδες ξενύχτης
'ης - - - - Μάρτης
ής ή ή ή είς ών είς είς συγγενής
'ης 'εις 'εων 'εις 'εις μάντης
ής ή ή ή άδες/ές άδων/ών άδες/ές άδες/ές βουτηχτής
ής ή ή ή ήδες ήδων ήδες ήδες μπεκρής
'ης 'ηδες 'ηδων 'ηδες 'ηδες μανάβης
'-ης '-η '-η '-η 'ηδες 'ηδων 'ηδες 'ηδες μάστορης
ες ές έ έ έ έδες έδων έδες έδες μεζές
'ες - - - - πουνέντες
ους ούς ού ού ού ούδες ούδων ούδες ούδες παππούς
ων ών ώνος ώνα ών ώνες ώνων ώνες ώνες αγών
'ων 'ωνος 'ωνα 'ων - - - - Ωρίων
'ων 'ονος 'ονα 'ων 'ονες όνων 'ονες 'ονες αυτόχθων
'ων 'οντος 'οντα 'ων 'οντες 'οντων 'οντες 'οντες μεσάζων
ωρ ωρ 'ορος όρα ώρ 'ορες όρων 'ορες 'ορες μέντωρ
  • De zelfstandige naamwoorden met de uitgang op «ος» is de grootste categorie. De groepen zelfstandige naamwoorden die hierin voorkomen hebben het accent op de laatste, voorlaatste of de derde lettergreep van achter. Afhankelijk van het aantal lettergrepen kan het accent bij het verbuigen verschuiven. Bij de eerste twee groepen blijft het accent bij de gehele verbuiging op dezelfde lettergreep.
  • In de laatste groep worden twee alternatieve vormen gehanteerd, die bij de verbuiging afhankelijk zijn van het verschuiven van het accent of het aanblijven van het accent op dezelfde lettergreep. Het eerste type waarbij het accent de gehele verbuiging op dezelfde lettergreep blijft staan zijn over het algemeen de meer recente vormen, met in het bijzonder de samengestelde woorden, terwijl het tweede type, de meer behoudende vormen vertegenwoordigt, die van oorsprong, essentieel onveranderd, uit het oude grieks zijn overgebleven, in formele context gebruikt wordt.
  • Bij het laatstgenoemde type verschuift het accent van de derde lettergreep van achter naar de voorlaatste lettergreep in de 2de naamval (genitief) van het enkelvoud en hetzelfde gebeurt in de 2de en 4de naaval van het meervoud.

Het verschil tussen de deze twee verbuigingen is echter vaak niet vaststaand of zeker. Stijlistisch gezien behoren de woorden zonder accent verschuiving tot een lager niveau dan die met een verschuiving, zodat speciaal vanwege de stijl het accent kan verschuiven naar waar het volgens de regels niet hoort en andersom.

Zodoende hebben de zelfstandige naamwoorden, met de uitgang op de derde lettergreep van achter, soms alternatieve vormen voor de 1ste en de 5de naamval: «ανθρώποι» en «δασκάλοι»

Achternamen met de -ος uitgang behouden meestal in de 2de naamval het accent op dezelfde lettergreep, maar heet je bijvoorbeeld «Γιάννης Γιαννακόπουλος» dan is de 2de naamval «του κυρίου Γιαννακόπουλου» met het accent op dezelfde lettergreep. Maar op de formele manier wordt het «του κυρίου Ιωάννη Γιαννακοπούλου», waarbij het accent verschuift naar de voorlaatste lettergreep. Bij de 2de naamval van de vrouwelijke achternamen wordt er zelfs een verplichte verschuiving toegepast.

In plaats van de normaal gebruikte uitgang «-ε» in de 5de naamval hebben bepaalde zelfstandige naamwoorden een «-ο» als uitgang zoals:

  • de voornamen «Νίκο», «Αλέκο» en «Πέτρο» en de achternamen «Ρεντζέλο», «Σγουρό» en «Λεκάκο»
  • wel met «-ε» zijn de voornamen «Αθανάσιε», «Θεόδωρε» en «Χριστέ» en de achternamen «Παπαδόπουλε», «Σταυρε» en «Σολομέ»
  • sommige gewone namen van twee lettergrepen, bv: «γέρε» = oude man van «γέρος», «γιατρέ» = dokter van «γιατρός» en «Θεέ» = God van «Θεός»
  • verkleinwoorden op «-άκος» zoals «φιλαράκε» = kleine vriend van «φιλαράκος» en «γεράκε» = oudje van «γέρος»
 

* ο Ουρανός = Uranus

De eerste zeven vervoegings patronen van «ας»:
  • De lettergrepen van het meervoud blijven gelijk aan het aantal in het enkelvoud.
  • Deze groep hanteert twee typen, nl.:
  • 1. Het type met het accent in de 2de naamval meervoud op de voorlaatste lettergreep. Dit zijn de woorden met de klemtoon in de 1ste naamval enkelvoud a) op de voorlaatste lettergreep en b) op de derde lettergreep van achter, met als gevolg dat bij de a-woorden het accent niet verschuift (blijft dus op de voorlaatste lettergreep) en bij de b-woorden het acccent verschuift naar de voorlaatste lettergreep.
  • 2. Het type met het accent in de 2de naamval meervoud op de laatste lettergreep. Deze woorden stammen uit het Oude Grieks en aangezien er inmiddels nieuwere vormen zijn ontstaan komen hierin ook woorden voor waarbij het accent in het meervoud niet van plaats veranderd.
Enkele opmerkingen:
  • Een aantal zelfstandige naamwoorden met het accent op de derde lettergreep van achter kunnen ook een uitgang in het meervoud krijgen die eindigt op «-οι» en de 4de naamval op «-ους». Het accent verschuift naar de voorlaatste lettergreep bv. «μάστορας» - ambachtelijke werkman, in de 1ste naamval meervoud wordt dan «οι μαστόροι» of gewoon «οι μάστορες», in de 2de naamval «των μαστορών» of gewoon «των μαστόρων» en in de 4de naamval «τους μαστόρους» of gewoon «τους μάστορες»
  • Soms zien we vormen van de 2de naamval enkelvoud eindigend op «-ος» en verkregen uit de katharevousa. Dit zijn met name geleerde of wetenschappelijke vormen. De volgende benamingen kunnen voorkomen:
  • «πατρός» (wetenschappelijk) i.p.v.«ρατέρα» - (2de nv van vader)
  • «ανδρός» (poëtisch) «αντρός» (wetenschappelijk) i.p.v. «άντρα» - (2de nv van man)
  • «μηνός» (vaak in de datum) i.p.v. «μήνα» - (2de nv van maand)
De laatste vijf vervoegings patronen van «ας»:
  • Deze krijgen in het meervoud een extra lettergreep.
  • Bij de uitgang «ας» betekent dit dat «-αδες» toegevoegd wordt en in zeer zeldzame gevallen «-ηδες», zoals bij het woord «αέρας»
  • Het meervoud eindigt dus altijd op «-δες» in de 1ste, 4de en 5de naamval en op «-δων» in de 2de naamval.
  • In de 1ste naamval enkelvoud kan het accent op de laatste of voorlaatste lettergreep staan.
  • Het accent verschuift over het algemeen in het meervoud niet. (er zijn enkele uitzonderingen)

  • Het type zelfstandige naamwoorden op «έας» wordt in het enkelvoud hetzelfde verbogen als die met de uitgang op «ας», maar krijgen «είς» en «εών» in het meervoud.
  • Sommige van deze woorden op «εας» hebben in de 2de naamval enkelvoud twee uitgangen nl.: «-έα» of «-έως».
  • Veel van deze zelfstandige naamwoorden zijn beroepen en bezigheden en hebben een algemeen geslacht d.w.z. dat de vormen voor het mannelijke en vrouwelijke geslacht hetzelfde zijn. Alleen het lidwoord en eventueel een bijkomend bijvoegelijk naamwoord wordt verbogen. In een bepaalde context kun je daaraan zien of je te maken hebt met een mannelijke of vrouwelijke vorm.
  • Het type zelfstandige naamwoorden op «-άκιας» krijgen in het meervoud «-άκηδες», waarbij de «-ι» wegvalt.

  • De eerste vier verbuigingspatronen van «ης» bevat de meeste zelfstandige naamwoorden die op dezelfde manier verbogen worden. Ze krijgen het accent in de 2de naamval meervoud altijd op de laatste lettergreep «-ών». Ze hebben zowel in het enkelvoud als in het meervoud een gelijk aantal lettergrepen.
  • Het accent van de eerste twee staat, in de 1ste naamval enkelvoud, op de laatste en bij de volgende twee, op de voorlaatste lettergreep.
  • Sommige woorden van deze groep hebben een alternatieve 5de naamval na het woord «κύριε» zoals in «κύριε καθηγητά» mijnheer de professor
  • De uitgang «-αι», komt uit het Oude Grieks en wordt soms nog als uitgang gebruikt in de 1ste naamval meervoud bv.: «οι βουλευταί» leden van de regering en «οι φοιτηταί» studenten, evenals «-ου» in de 2de naamval enkelvoud zoals «του καθηγητού» en «-ας» in de 4de naamval meervoud zoals «τους καθηγητάς»
  • Er kan een keuze gemaakt worden of achternamen eindigend op «-δης» en «-της» in de 2de naamval enkelvoud alleen een «-η» krijgen of «-ου». Voor deze uitgangen van de vrouwelijke achternamen wordt meestal «-ου» gebruikt bv. «Παυλίδου» en «Ανδρεάδου».
  • Zelfstandige naamwoorden op «-ής» (enkelvoud) en «-είς» (meervoud) zijn van herkomst bijvoegelijke naamwoorden (op «ής» en «ές») die zelfstandig gebruikt worden. Het zijn doorgaans zelfstandige naamwoorden van algemene geslachten..
  • Een kleine groep van deze woorden krijgt in de 2de naamval meervoud «-εων» i.p.v. «-ων».
De laatste vervoegings patronen van «ης»:
  • Deze krijgen in het meervoud een extra lettergreep.
  • Bij de uitgang «ης» betekent dit dat «-ηδες» toegevoegd wordt en in zeer zeldzame gevallen «-αδες» (zie opmerking hieronder)
  • Het meervoud eindigt dus altijd op «-δες» in de 1ste, 4de en 5de naamval en op «-δων» in de 2de naamval.
  • Het accent verschuift over het algemeen in het meervoud niet met uitzondering van deze zelfstandige naamwoorden, waarbij in de meervoudsvormen het accent naar de voorlaatste lettergreep verhuist.
Opmerking:
  • Enkele zelfstandige naamwoorden, voornamelijk met het accent op de voorlaatste lettergreep hebben alternatieve vormen voor de 1ste en 2de naamvallen van het meervoud eindigend op resp. «-άδες» en «-άδων» (inclusief de verschuiving van het accent) bv. «αφέντης» - heer, chef is het meervoud «αφεντάδες» of «αφέντες» en «δεσπότης» bisschop wordt in het meervoud «δεσποτάδες», maar als we dit woord op de normale wijze verbuigen als «δεσπότες» is de betekenis despoten.
  • Door de uitgang «-άδες» toe te voegen aan woorden met een respectvolle betekenis wordt een humoristisch of geringschattend effect te weeg gebracht bv. de vertaling van «καθηγητάδες» betekent professoren, maar ook profs
  • De zelfstandige naamwoorden op «ων» en «ωρ» zijn verouderde woorden uit de Katheravousa en komen nog in de wetenschappelijke en formele taal voor.
  • Meestal zijn er in het MG nieuwe woorden voor, zoals:
  • αγώνας - strijd, wedstrijd
  • αυτοκράτορας - keizer
  • αυτόχθονας - autochtoon
  • βουβώνας - lies
  • βραχίονας - arm
  • γείτονας - buurman
  • γέροντας - oude man, oude
  • κανόνας - regel, orde
  • κυκεώνας - mengelmoes, warboel
  • μέλλοντας - toekomst
  • μέντορας - mentor, raadgever
  • μονοκράτορας - alleenheerser

Enkele notities:
  • Bepaalde wetenschappelijke vormen van de 1ste naamval enkelvoud komen zo nu en dan voor in formele context zoals:
  • «αγών» (2de overeenkomende naamval «αγώνος» - strijd)
  • «Έλλην» (2de overeenkomende naamval «Έλληνος» - Griek)
  • «κήρυξ» (2de overeenkomende naamval «κήρυκος» - held)
  • «μάρτυς» (2de overeenkomende naamval «μάρτυρος» - getuige i.p.v. het gebruikelijke «μάρτυρας»)
  • «γίγας» (2de overeenkomende naamval «γίγαντος» - reus, titaan i.p.v. het gebruikelijke «γίγαντας»)
  • Mannelijke zelfstandige zelfstandige naamwoorden met in het meervoud een lettergreep extra, bevatten een groot aantal woorden uit andere talen, met name uit het Turks.
  • In deze categorie komen eigen namen met de uitgangen «-άς», «-ης», en «-ής» voor:
  • Λουκάς
  • Βασίλης
  • Παντελής
Veel woorden duiden het volgende aan:
  • beroepen, met als uitgang «-άς»
  • vergrotende woorden, met als uitgang «-άς»
  • verkleinende woorden, met de uitgangen «-άκης» en «-ούλης»

N.B.

  • We onderscheiden in elk van de drie grammatikale geslachten drie naamvallen, de 1ste naamval (de nominatief), de 2de naamval (de genitief) en 4de naamval de (de accusatief). In het Moderne Grieks komt ook de 5de naamval* voor (de vocatief), die gebruikt wordt als iemand of iets wordt aangesproken.
  • De uitgang van de de vocatief (5de nv.) is bij de vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden hetzelfde als in de nominatief (1ste nv.) en accusatief (4de nv.), maar bij de mannelijke woorden (zie boven) is er een aparte vorm voor. Bij deze 5de naamval wordt geen lidwoord gebruikt.